Voor sommige dagelijkse beslommeringen moet je wel eens naar de stad. Om een beetje tegenwicht te geven aan het onaangename rij ik rustig door het Roerdal. In de wei van het Landgoed Tonnedenhof zie ik midden op de dag een paar Reeën (Capreolus capreolus). Maar ik heb geen telelens bij de hand….waarom zou ik ook? Ik moet de stad in. Op de terugweg staan ze er nog steeds! Een paar dagen later kom ik onverwachts langs de bewuste plek en daar staan ze weer! Maar helaas geen telelens bij me. Die Reeën bleven maar knabbelen dus de volgende dag stap ik bewust met camera en telelens in de auto…..geen Reeën in de wei. Lekker is dat! Ik stop alles weer in mijn tas en net als ik de sleutel wil omdraaien komt er een jong Reebok uit de dekking. Dus weer alles uitpakken, raampje open, richten en ……. hij loopt rustig de dekking weer in! Oké…raampje maar weer dichtmaken…. het begint te sneeuwen. Terwijl ik zuchtend alles weer opruim en naar het weerbericht luister komt het jonge Reebok, maar nu gevolgd door een oudere bok, uit de dekking. Dus weer alles uitpakken, raampje weer open. Dat is mijn kans…..klik,klik,klik, zo die staan erop! Geduld is een schone zaak! Bij de oudere bok is het bastgewei nu duidelijk te zien. Het zal nu niet meer zolang duren dat de Reebokken in april de bast van hun nieuwe gewei afvegen. Ook wrijft hij in die periode met zijn gewei langs bomen en struiken om ze van zijn geur te voorzien en zijn gebied af te bakenen. Aan de basis van het gewei zitten namelijk een aantal zweet- en talgklieren. Dan zal het jonge bokje, die nu nog getolereerd wordt door de oude bok, toch moeten vertrekken om een eigen territorium te zoeken. Maar zo ver is het nog niet, nu grazen ze samen nog geduldig naast elkaar.