In de tuin op de Veluwe merk je niet alleen door de
aangename temperatuur dat het voorjaar eraan komt. Twee Raven maken al vliegend
samen jolige buitelingen en vullen de lucht met hun krassende zang. De lucht
wordt ook gevuld met de heerlijke geur van de Eldense blauwe, of zoals ze die hier op de
Veluwe ook wel noemen de Roggepruim die met zijn overdadige witte bloesem volop
in bloei staat.
De Eldense Blauwe is
een heel beroemde pruim. Zijn oorsprong ligt in Engeland waar deze soort (Ear
Prolific genoemd) in 1834 voor het eerst is gekweekt. De kruisbestuiving wordt
meestal gedaan met andere pruimenrassen zoals Monsieur Hati, Reine Claude
dÓullins en Victoria. Maar in onze tuin is hij zelfbestuivend. De boom gedijt
op vrijwel iedere grondsoort. Eind juli, begin augustus kun je de vruchten
oogsten en zijn vooral goed om er jam van te maken. Ergens in de bloeiende pruimenwolk
zit een Appelvink verscholen en laat alleen zijn kenmerkende metaal-achtige tik
zang horen.
Lopend door de tuin stuiten we op een wel heel mooi gevormde
stok. Het is een pracht exemplaar van een gewei stang van een Edelhert (Cervus
elaphus). Hij heeft schoon op de weegschaal een behoorlijk gewicht van 2,8
kilogram.
Elk jaar werpen de mannelijke Edelherten de stangen af. Door
zogenaamde beenvreters wordt via het bloed het bot net onder de rozenkrans
opgelost en werpen de Edelherten hun gewei af. Het tijdstip van afwerpen wordt
door de hoeveelheid mannelijk geslachtshormoon bepaald. Eerst de oudere herten
rond februari-maart en pas later in maart-april de jongste Edelherten. Soms
worden de stangen gelijktijdig afgeworpen, maar het kan ook wel eens een paar
dagen duren voordat de tweede stang valt. Na lang zoeken in de tuin is de
wederhelft helaas niet gevonden. Maar er is wel nog een andere iets kleinere stang
gevonden maar die is duidelijk van een ander Edelhert.
Naast
geweistangen zijn nog meer sporen te vinden die op de aanwezigheid van de
Edelherten in de tuin verraden. Duidelijke prenten bij het pas aangeharkte pompoenveldje,
onmiskenbare poep in de vorm van dropjes en vraatsporen aan de Amerikaanse
vogelkers. In de achtertuin ligt ook een vijver maar die heeft zijn beste tijd
gehad. In zijn glorie dagen zaten deze elk voorjaar vol met Kleine
watersalamanders, Gewone pad, Bruine kikkers en kwakende Groene kikkers. Een
koppeltje Wilde eenden kwamen zo af en toe aanwaaien en vele vogels kwamen hier
drinken en verkoeling zoeken. Nu is het een diep gat dat meer op een moddergat
lijkt. Na zoveel jaar heeft de vijverfolie zijn dienst wel bewezen en is door
de uv-straling een beetje aangetast. De Wilde zwijnen maken daar handig gebruik
van en badderen er lustig op los en mede door hun gewroet is het waterpeil drastisch gedaald. Maar ook zij hebben recht op de kleine geneugten
van deze wereld. Ondanks deze wilde nachtelijke bezoeken is er nog steeds wat
te beleven bij de vijver. Wat wel opviel was dat er steeds meer waterplanten
verdwenen en dit kwam niet door de droogte. De massa vegetatie van het zeldzame
Waterdrieblad slinkt met de dagen. Ook de Gele lis (Iris pseudacorus) die goed vertegenwoordig
is heeft te lijden onder vraat. We hebben wel een vermoeden wie de dader is
maar we willen niemand als "schuldige" aanwijzen. In zo'n geval leek
het ons aardig om bij de vijver een wildcamera te plaatsen. Het rode pijltje
geeft de wildcamera aan en de groene pijl de aangevreten Gele lis.
Na twee nachten (on)geduldig afwachten werd de memory stick
in de computer gedaan. Bij het bekijken van de eerste film viel op dat ik de
datum opnieuw moet instellen maar goed dat is een detail. Hey, wat leuk, op het
eerste filmpje sta ik er zelf op! Oke, maar op de andere films staan er
interessantere beesten op. Twee Vlaamse gaaien, eentje houdt de wacht en de
andere gaat water drinken. Dan volgen er nog een paar filmpjes met een Zwarte
kraai, Roodborstjes, Winterkoninkjes en een Koolmees die het niet kon laten om
recht in de lens te kijken. Dan volgen een paar duistere filmpjes. De
wildcamera springt wel aan maar er is niks te zien behalve de contouren van de
vijver. Het blijft spannend……. en dan volgt langzaam de ontknoping! Eerst
een harige nek en dan verschijnt er plotseling een onmiskenbare kop in beeld.
Geweldig, een Edelhert! Op de film is duidelijk te zien dat het een mannetje
is. Na het afvallen van het gewei is het breukvlak aan de schedel, de zegel, eerst nog
rood van het bloed. Vrijwel direct begint de groei van het bot en wordt het
nieuwe gewei gevormd, dat vooralsnog door een zachte grijs behaarde huid, de
bast, omgeven is. Net onder de huid en op het bot lopen de bloedvaten, die het
groeiende gewei voeden. Het voorjaar is net begonnen en de mannen hebben nu al
de voorbereidingen aan/op hun hoofd voor de bronstijd in de herfst. Maar
voordat het zo ver is moet er eerst nog iets meer worden gesnoept van de Gele
lis. Het is en blijft een wonderlijk Edel-droog-vijver-hert.