Afscheid.

0
570

Tussen de herfstachtige regenbuien door is het nog best aangenaam om even in het landgoed te lopen. Soms komt de wind je tegemoet als een aangename warme föhn. De Spreeuwen zijn rusteloos en schijnen net als de wolken maar een richting op te willen. De Amerikaanse eiken beginnen al mooie kleuren te krijgen en de grote eikels vallen. Gelukkig vallen de meeste naast me. De stekelige grote bolsters liggen ook al op de grond maar meestal zitten daar geen goede kastanjes in. Slim systeem van de Tamme Kastanje. Zo kan de laatste kostbare energie worden geïnvesteerd in de toekomst die wel nog aan de boom hangen. In mijn jaszak had ik nog een kapot gevallen walnoot en terwijl ik die schoonmaak zie ik uit de laan een Dagpauwoog (Aglais io) aan komen zeilen. Zonder bij na te denken strek ik mijn hand uit en de Dagpauwoog draait zich in de vlucht om en land op mijn vingers!. Zijn pootjes kriebelen een beetje. De tong ontrolt zich en tast mijn vingers af naar zout. Het voelt aan als een troostend afscheid van de zomer. Met zijn bewegende vleugels maakt hij sissende geluiden. Dit soort geluid ken ik vooral van overwinterende dagpauwogen die gestoord worden tijdens hun winterrust in een donkere kelder of bunker. De tong rolde hij weer netjes in en net zo plots als hij kwam aanzeilen zo plots vloog hij weer weg uit mijn zicht. Alle beslommeringen van het dagelijkse leven zijn eventjes onbelangrijk en vergeet je alles om je heen. Vlinders zijn bijzondere wezens die de kunst beheersen van afscheid nemen: om je achter te laten met een glimlach.