Een terugblik op enige recente blogs doet deze vraag bij mij
opkomen.
In het blog van 11 januari 2016, “Spinoza's Metaphysik als
Anti-Theologie (Manfred Walther)”, wees ik (daarop gewezen door Paul Juffermans) naar de dissertatie van
Manfred Walther uit 1971 die deze titel droeg. In dat blog bracht ik een aantal
van Spinoza’s omkeringen van een aantal centrale theologische noties.
In het blog van 2 januari 2016, “Nieuwe studie over Nietzsche die
Spinoza zag als: "die ersten Aristokraten in der Geschichte des
Geistes", verwees ik naar een zeer gedegen artikel of hoofdstuk van David
Wollenberg over Nietzsche en Spinoza, waarin de auteur wat mij betreft overtuigend
aantoonde hoe Nietzsche zowel zijn fascinatie als (zeker bij tweede
bestudering) zijn felle kritiek op Spinoza ontleende aan lezing van Kuno Fischer [Geschichte der neuern Philosophie, 1.
Bd., 2. Teil: Baruch Spinoza, Heidelberg: Basserman, 1865*)]