Hier mijn bespreking van het boek van Tjeerd van der Laar en Sander Voerman: Vrije wil: discussies over verantwoordelijkheid, zelfverwerkelijking en bewustzijn [Lemniscaat, 2011]. Het boek ter voorbereiding op het eindexamen voor het VWO examen filosofie in de periode 2012-2015. [zie hier eerder blog bij het verschijnen; en hier blog met achtergrondinformatie]
Ik ben zowel onder de indruk van als teleurgesteld over het boek.
Onder de indruk ben ik van de kennis en het nadenken dat geïnvesteerd is in dit boek. Het is helder en systematisch opgezet en behoorlijk bevattelijk en goed uitleggend geschreven. Daar heb ik grote bewondering voor. De kernbegrippen waarover al geruime tijd consensus bestaat, vooral beïnvloed door de Angelsaksische taalanlytische wijze van filosoferen, werden er adequaat gehanteerd en goed uitgelegd: (in)compatibilisme, (hard) determinisme, libertarisme, epifenomenalisme e.d..
Drie manieren van benaderen (drie begrippen) van de vrije-wil-thematiek ordenen de materie in drie hoofdstukken: 1e vrije wil als voorwaarde voor verantwoordelijkheid (Hume, Kant, Pereboom, Nagel e.a. en vooral de betekenis voor het strafrecht); 2e vrije wil als zelfverwerkelijking (Mill, Sartre, Taylor); 3e vrije wil als bewuste aansturing (Descartes, Dennett).
Teleurgesteld ben ik door de eenzijdigheid ervan.