Spinoza, de dood en het in eeuwigheid ‘onsterfelijke’

0
332

Volgens Elias Canetti is de grootste uitdaging voor de mensen "sich nicht an den Tod zu gewöhnen". Maar volgens Martin Heidegger zou gelden dat de mens is een "Sein zum Tode." Hoe weinig, maar ook hoe anders spreekt Spinoza over de dood.

De aanleiding voor dit blog is deze e-mail die ik onlangs ontving van een bezoeker van dit blog:

Hoe Spinoza precies denkt over de dood, kan ik niet eens verwoorden (ik heb er niet een studie van gemaakt), maar ik denk wel in de eerste plaats aan stelling 67 uit de Ethica, deel 4: Homo liber de nulla re minus quam de morte cogitat et ejus sapientia non mortis sed vitae meditatio est (de propositie die Taine tot zijn levensmotto maakte [Was het motto van Taine niet "Vivre pour penser"? SV]).

Ik ben het hartgrondig eens met Spinoza, dat het "leven vieren" een goede levenshouding is. Niettemin: als ik zoveel mogelijk in het nu wil zijn, ontkom ik er niet aan dat ik ook geconfronteerd word met aspecten van vergankelijkheid, veranderlijkheid, de dood. Dat kan een mens ertoe brengen in te zien dat alles in dit leven voorbijgaat, dat hij de illusie van alles wat naam en vorm heeft gaat inzien.

Hij wordt dan een "voorbijganger", aldus een uitspraak van Jezus in het Thomasevangelie. Dat "voorbijgaan" heeft ook betrekking op het vergankelijke karakter van het menselijk bestaan, in casu mijn eigen leven. Hierin zit, zonder gepreoccupeerd te hoeven raken met de dood, een meditatie op de dood. Dat zou een reden kunnen zijn waarom in de meeste godsdiensten erover wordt gesproken "om te sterven vóór de dood". Als ik nu al, in dit leven, ben gestorven (aan de tijdelijkheid van alle dingen) is het doodgaan op zich angstvrij geworden en hoef ik me er niet mee bezig te houden. Bovendien, als – ook een idee dat overal op de wereld wordt aangetroffen – de dood nu eens niet bestaat? De spanne tijds tussen geboren worden en doodgaan is slechts een heel klein stukje van het leven (bewustzijn). Wat was ervóór en wat is erna? Dit is een reële vraag, die niet door een filosofie is op te lossen, denk ik.

De vraag kan alleen, individueel, opgelost worden door er heel serieus in zichzelf naar te zoeken. Misschien is dit ook wel wat Spinoza in essentie bedoelde? Dat leven bewustzijn is (maar niet per se alleen gebonden aan de ratio). Of ben ik dan helemaal abuis?”