Bij de NDPR verscheen gisteren een schitterde bespreking door Han van Ruller (bijzonder hoogleraar Intellectuele geschiedenis van Renaissance en Barok aan de Erasmus Universiteit Rotterdam) van het boek van
Alexander
X. Douglas, Spinoza & Dutch
Cartesianism: Philosophy and Theology, [Oxford University Press,
2015] – in dit blog gesignaleerd – zie ook dit blog over een review door Douglas).
Van Ruler vindt het een “elegant geschreven” hier en daar “verfrissend
gedurfd boek” dat tot “new
horizons of discussion” kan leiden.
Waar Spinoza in
de TTP pleit voor (de praktische en politieke) scheiding van filosofie en
theologie (waarbij het hem ging om het ontkrachten van de orthodoxe theologen),
zou het diepere doel van zijn filosofische streven juist zijn om de ‘dubbele
standaarden’ van de Cartesianen t.o. wetenschap en theologie (vooral De Raey en
Wittich zouden die scheidingsthese voorstaan) op te heffen en terug te keren tot een manier van
filosoferen die beide werelden (weer) zou combineren, waarmee (weer) een metafysische
basis voor een ethica zou worden geboden. Spinoza zou het begrijpen van de
oorzaken van natuurverschijnselen (weer) betekenis en leiding aan het menselijk
leven willen doen bieden (maar dan zonder de scholastieke teleologische
natuurinterpretatie).
Daarover gaat
het.
op zichzelf al een hoogstandje van kennis van Descartes, Spinoza en Geulincx en
van het geven van diepgaande kritiek die het boek in z’n waarde erkent. Je
proeft dat Van Ruler, die Spinoza goed kent, net iets meer aan de kant van
Descartes en Geulincx lijkt te staan.
Er is veel van
deze bespreking op te steken. Lezing wordt door mij zeer aanbevolen.