In het verlengde van enige recente blogs, citeer ik hier een
deel van een paragraaf uit het artikel van de aan de universiteit van Utrecht
docerende filosofiehoogleraar Rosi Braidotti, “The Ethics of Becoming
Imperceptible.” *)
Uit het hele artikel blijkt dat Deleuze Braidotti's lievelingsfilosoof
is. In het hierna geciteerde, waarin een poging wordt gedaan te
duiden wat Spinoza met “het deel van geest dat eeuwig blijft” bedoeld kan
hebben, baseert zij zich grotendeels op een studie van Genevieve Lloyd
uit 1994 die ik daarom aan het eind uit de bibliografie bij het artikel overneem.