Z’n eerste dichtbundel verscheen in 1967. Nadat hij een onderscheiding had gekregen van de Escritores y Artistas de Cuba (UNEAC), de Cubaanse schrijvers- en kunstenaarsbond, is zijn ster niet meer van de hemel verdwenen.
Zijn meest onverwachte boek, bijna ondenkbaar in de starre officiële cultuur, was een in 1977 gepubliceerde thriller, Y si muero mañana (En als ik morgen sterf). Het werd een succes, mede daar de UNEAC het de prijs van de beste Cubaanse roman van het jaar toekende. Het was de eerste keer dat een dergelijke roman werd onderscheiden.
Zijn volgens sommigen mooiste werk zou El Brigadista [de Brigade] worden, een filmepos uit 1977 over jongeren die aan het begin van de revolutie (in 1961) het comfort van hun huizen in de steden achter zich laten om naar het platteland te trekken waar ze de ongeletterden onderwezen en het dagelijks leven van de boeren deelden.
Mij interesseert hier zijn gedicht El Caballo Alado (sobre Una Idea De Spinoza, Ética, Xlix) [Het gevleugelde paard (over een idee van Spinoza, ethiek, Xlix)] dat op vele tientallen sites te vinden is.