Johannes Maria Verweyen (1883-1945) over Spinoza, wereldbeeld en wereldbeschouwing

0
358

Misschien is de omweg te groot en worden mijn associaties niet door iedereen gevolgd, maar in het verlengde van mijn besprekingen van het boek van Wim Lintsen, God & Natuur, [ 1, 2 en 3] en een korte discussie daarover [op 1] met Adrie Hoogendoorn, wil ik teruggrijpen op een toespraak die werd gehouden tijdens de meerdaagse herdenkingsbijeenkomst van de 300e geboortedag van Spinoza in Den Haag in de week van maandag 5 t/m zaterdag 10 september 1932.

prof.dr. J.M. VerweyenToen prof.dr. J.M. Verweyen op die Internationale wetenschappelijke Spinozaherdenkingsconferentie een lezing hield, zullen weinigen veel van hem geweten hebben en zal niemand vermoed hebben dat hij ruim een jaar later door de nationaalsocialisten van de universiteit, waaraan hij sinds 1908 doceerde, de Rheinischen Friedrich Wilhelms in Bonn, ontslagen zou worden. Aanvankelijk had de in de buurt van Kleve geboren, katholiek opgevoede Verweyen het plan om na z’n gymnasium in Freiburg theologie en rechtswetenschappen te gaan studeren, maar wegens geloofstwijfels, besloot hij over te gaan op filosofie. In 1903 schreef hij zich in Bonn in voor filosofie, psychologie alsmede natuur en cultuurwetenschappen. November 1905 promoveerde hij op een dissertatie over „Ehrenfried Walter von Tschirnhaus und die Philosophie seiner Zeit", waarna hij in 1908 in Bonn habiliteerde en daar aansluitend een leeropdracht kreeg.  

Daar hij zich niet vooral met theorie wilde bezighouden, kwam ethiek centraal in zijn filosofische denken. Zijn onconventionele behandeling van kwesties en zijn stellige zoeken naar waarheid maakten hem tot een van de meest bediscussieerde filosofen van zijn tijd. Naast docent was hij ook dichter, componist en schrijver.