Zoals bekend was de voormalig koopman en vriend van Spinoza,
Jarig Jelles (1620-1684) de auteur van de uitgebreide ”Voorreeden” (welke 40 bladzijden telt) van De Nagelate schriften van B.d.S. [te zien bij DBNL – afbeelding rechts exemplaar in Museum Het Spinozahuis].
Dat hij de auteur was stond niet in de uitgave van 1677 vermeld,
maar uitgever Jan Rieuwertsz maakte dat bekend in de korte biografie die hij
toevoegde aan de uitgave van Jelles’ Belydenisse des algemeenen en christelyken
Geloof, vervattet in een Brief aan N.N. [=Spinoza], Amsterdam, 1684.
Zoals we bij Henri Krop in zijn Spinoza. Een paradoxale icoon van Nederland vanaf blz. 77 kunnen
lezen, deed Jelles er in die “Voorreeden” alles aan om de overeenstemming van
Spinoza's filosofie met een ‘redelijk christendom’ aan te tonen.
Die tekst werd (enigszins aangepast) vertaald door Lodewijk
Meijer tot de “Praefatio" van de B.d.S. Opera
Posthuma. Die “Voorreeden” is, voor zover mij bekend, alleen maar heruitgegeven
door Fokke Akkerman, eerst samen met A.G. Hubbeling in LIAS VI, 1979 [“The preface to Spinozas’s posthumous works 1677ans
its author Jarig Jelles(ca 1619/20 – 1683)”]. En daarna in 1980 als hoofdstuk VI
in Akkermans proefschrift: Studies in the posthumous works of Spinoza on
style, earliest and modern edition of some textst.” Uit een notitie bij de
hoofdstukomschrijving van het proefschrift en uit de inleiding bij de
LIAS-uitgave bleek dat de bezorging van de tekst en de filologische noten van
de hand van Akkerman waren, en dat Hubbeling verantwoordelijk was voor de
aantekening over Jelles, het overzicht
van de inhoud en een lijst met citaten uit de Bijbel.