In een reactie op het blog waarin ik meldde dat het artikel van Henk Keizer, "Is there a ‘Pancreas Problem’ in Spinoza’s Theory of the Human Mind?", gepubliceerd zal worden in Epoché: a journal for the history of philosophy, vroeg Wim Klever of ik kon zorgen dat Henk en eventuele anderen die regelmatig op dit blog reageren, zich nader zouden willen voorstellen (in mijn woorden, Klever dacht meer aan interviewen). Wel, zie hier het eerste resultaat:
Henk Keizer stelt zich voor:
Na een begin als onderwijzer en
leraar mulo/mavo heb ik als onderwijskundige gewerkt bij het Cito
(Instituut voor Toetsontwikkeling). Daar moesten we ons
onderwijskundig en toetsdeskundig licht laten schijnen over de
examens en toetsen die gemaakt werden door de docenten van de
scholen. Na mijn pensionering (63) heb ik filosofie gestudeerd aan de
Radboud Universiteit. Bij de keuze voor een scriptie kwam ik op
Spinoza, of eigenlijk op de Ethica. De wereld, het leven en de mens,
vastgelegd in een ‘meetkundige ordening’, dat intrigeerde me (ik
had ooit een lo-akte wiskunde gehaald). Mijn scriptie was een
onderzoek naar ‘de consistentie en interne geldigheid van Spinoza’s
theorie van de verhouding van lichaam en geest’ (Toe maar). Daar
werd ik door Gueroult nog op het verkeerde been gezet m.b.t. de
attributen, die elk ‘een oneindig wezen in zijn soort’ zouden
uitdrukken. Eigenlijk ben ik altijd blijven hangen in die eerste twee
delen van de Ethica. Het Theologisch Politiek Traktaat heb ik
bijvoorbeeld nog steeds niet gelezen.