"[D]e zaak selfs is het, die iets van zigh in ons bevestigt of ontkent."

0
345

Vaak verbaas ik me erover hoe makkelijk door sommige toelichters van Spinoza opmerkingen uit vroegere teksten eenvoudig naast latere worden gezet, of zaken uit de Ethica worden toegelicht vanuit de TIE en de KV. Dat is vaak mogelijk, als maar rekening wordt gehouden met hoe Spinoza over zaken anders is gaan denken. Er zat ontwikkeling in zijn denken.

Eén van de redenen, en zeker niet de onbelangrijkste, waarom Spinoza de TIE en de KV zelf niet uitgaf, was dat hij over sommige dingen anders was gaan denken. Toen hij die werken schreef stond hij nog meer onder invloed van het denken van Descartes, waaraan hij zich almaar meer ontworstelde. Hij bleef in flink wat zaken Descartes volgen, maar van diens benadering van de relatie tussen lichaam en geest maakte hij zich volledig los. Over de ingeboren ideeën* of de "gegeven ware idee" (TIE) hoor je hem in de Ethica niet meer. En dat vanuit en door dingen ideeën ontstaan, zoals je in de KV nog tegenkomt, wordt door hem ontkend: er is "parallellisme" tussen attributen en hun modi, maar zeker geen interactie of veroorzaking – die is er alleen binnen attributen.

Een fraaie zin als in hoofdstuk 16 van het tweede deel van de KV ("Van de Wille") kom je later dan ook niet meer tegen: "alzo dat wij het nooijt en zijn, die van de zaak iet bevestigen of ontkennen, maar de zaak selfs is het, die iets van zigh in ons bevestigt of ontkent."

Hier drukt Spinoza een diepe overtuiging uit, die hij altijd blijft hebben: namelijk dat alles wat reëel is ipso facto intelligibel is. Maar de relatie tussen het reële en het intelligibele, tussen ding en idee, legt hij later anders.