Over het boekje van Karl Jaspers over Spinoza dat Hannah Arendt voor de Amerikaanse markt had vertaald, schreef ik een blog. Over het in mijn optiek jammerlijke feit dat Hannah Arendt nooit over Spinoza schreef, had ik een blog waarin ik mijn teleurstelling erover uitte. Over Ahrendt's Joodse essays had ik een blog en haar “In memoriam Adolph S. Oko” daarin nam ik over in mijn blog over Oko. Tenslotte kan ik nog melding maken van mijn blog over Rahel Varnhagen over wie Arendt een monografie schreef.
Mijn 'cognitieve dissonatie' dat mijn eerste geliefde filosofe (nee, filosofe wilde zij niet genoemd worden: politieke theoretica) Hannah Arendt, weinig ophad met mijn tweede nóg meer geliefde filosoof Spinoza, blijft altijd schuren.
Vandaag kreeg ik van Adrie Hogendoorn kopieën uit de Hannah Arendt – Karl Jaspers Briefwechsel 1926 -1969, red. Lotte Köhler & Hans Saner, München, 1985 1) waarin het een enkele maal over Spinoza gaat. Jaspers herhaalt tegenover haar nog eens zijn grote waardering voor Spinoza (die hij overigens nogal transcendent leest, zo blijkt hier weer en was mij uiteraard opgevallen in zijn boekje).
Ik haal uit die brieven de volgende twee passages, die iets – hoe weinig ook – toevoegen aan wat ik al had.