Zo luidt de laatste zin van een groot herdenkingsartikel in
Trouw naar aanleiding van het overlijden afgelopen vrijdag van René Gude (1957 –
2015). Het vormt de aanleiding voor even dit intermezzo in de reeks over het
essentiebegrip bij Spinoza. Zonder deze appellerende zin zou ik hier niet over
de overledene geschreven hebben. Over Spinoza heb ik hem nooit gehoord, wat wel gekund zou hebben wegens hun beider interesse in de stoïcijnen, op wie Spinoza uiteindelijk
wel kritiek had, maar van wie hij toch veel overnam. Ook René Gude deed dat.
Uiteraard kon er maar één als René Gude sterven – er wás er
maar één. Daarmee zitten we meteen midden in Spinoza’s Ethica. Van ieder individueel ding, dus ook van ieder mens, bestaat
er maar één en elk individu heeft z’n eigen essentie (en dienen we niet te
benaderen als een exemplaar van een soort).