Graag wijs ik op het volgende, diepgravende, vandaag geplaatste artikel van Stephen Connelly de auteur van het onlangs uitgekomen boek Spinoza, Right and Absolute Freedom [Birkbeck Law Press, 2015 – cf. blog]. Ik vermoed dat hij er de hoofdlijnen van zijn boek in samenvat – een nuttige gewoonte van auteurs om hun werk onder de aandacht te brengen:
Conatus: political being and Spinoza [cf.]
Hij gaat terug tot diep in de middeleeuwse scholastiek, van vooral Duns Scotus. Hij geeft een volgens mij eigen lezing van de begrippen potentia & potestas en stelt – en ik zie dat als dé centrale boodschap van het stuk:
"At the heart of Spinozism there is not a submission to being, but a struggle between a desire to be and a desire to reconstruct all the being that is in a new way." En dat laatste dan met name via de politiek.
Mij valt op dat hij meent dat hij de eerste is en dat niemand anders de twee aspecten in Spinoza's conatus-begrip heeft bespeurd. Misschien geldt dat voor de Angelsaksische landen, maar ik meen dat De Dijn al eerder in A Way to Wisdom heeft gewezen op het dubbelaspect van conatus: trachten te behouden én te ontwikkelen. Ook Juffermans zie je in zijn Drie perspectieven op religie in het denken van Spinoza altijd m.b.t. de conatus spreken over "zelfbehoud én zelfontplooiing." Maar goed, wellicht is daar de toepassing op juist de politiek minder te vinden.
Een belangrijk artikel van Stephen Connelly dat je niet zomaar even als het ochtendblad wegleest.