Abraham van Collem (1858 – 1933) De vergeten dichter van God

0
299

               “Gij, neem’ de deelen en weest het Heelal”
               [laatste regel gedicht XIX in Van God en van de Natuur]
Hoe je als dichter met een amor Universi imaginationis in de buurt van de amor Dei intellectualis kunt komen.

Tekening van Abraham Eliazer van CollemEen almaar meer Spinozistisch geïnspireerde dichter! En hij was hier nog niet opgenomen in het Poeticum Spinozanum? Hoe is dat mogelijk? Was dat omdat deze joodse atheïstische communistische dichter nergens in zijn poëmen de naam van Baruch de Spinoza noemt? Of is het te wijten aan het feit dat bijna niemand hem nog kent? Toch had Victor van Vriesland wel 11 gedichten van hem in zijn Spiegel van de Nederlandse poëzie (1979) en nam ook Gerrit Komrij 3 gedichten van hem op in zijn De Nederlandse poëzie van de 19e en 20e eeuw enz. Is het dan omdat de arbeiders van tegenwoordig het te goed hebben, zodat niemand meer behoefte heeft aan zijn arbeideristische en strijdbare verzen? Of is het omdat de communistische dichter te religieus op velen overkwam? Ik weet het niet, maar ben wel heel tevreden dat ik bij mijn speuracties voor dit blog hem ineens ontdekte (hoe, dat zal binnenkort nog wel eens duidelijk worden). Ik spoedde mij direct naar de goed voorziene Maastrichtse bibliotheek. En daar bleek bijna alles van hem verzameld en bewaard, behalve notabene zijn laatste en (zo weet ik intussen) belangrijkste bundel: God.
En ik kon er ook lenen de enige monografie over de dichter die Jaap Meijer in opdracht van de minister voor CRM (1977, moet Van Doorn geweest zijn) schreef: Vechtende profeet. Het joodse dichterschap van A. van Collem (1858-1933) [Heemstede, 5 mei 1980; gestencilde uitgave in eigen beheer].