Ik heb het nooit gehad op Amerikanen in de Tour de France.
Ze zijn mij te hightech, te commercieel gelikt, te veel vlag en
vaderland. Renners horen geen thuisland te hebben, renners zijn van de Alpe d'Huez, van de Joux-Plane, van de Galibier. Hun thuisland is de Champs Elysées. Voor één dag.
Het gelikte monster Lance Armstrong
heeft zeven jaar lang de essentie uit de Tour weggenomen. Verval kende
hij niet, tegenslag nauwelijks, noodweer of hitte kon hem niet raken.
Armstrong was van Nike, van een superieur pantser dat wel meerdere
planeten de baas is. Pas na de koers kreeg hij soms menselijke trekjes,
in de armen van een zangeresje. In de omhelzing van zijn kinderen. Of
gewoon door te zeggen dat hij een verkoudheid had.