Ons buurdorp Spigno Monferrato is al enkele weken helemaal in de ban van de plaatselijke sport, PallaPugno, letterlijk vuistbal.
Vele dorpen uit de streek hebben daar een aangepast terrein voor, een lang en smal betonveld dat langs één zijde is afgemaakt door een meters hoge omheining zodat de bal daar niet buiten kan, zeer bizar.
Ook het spel zelf is zeer bijzonder, vier tegen vier met een overgroeide tennisbal en een speciale handschoen/polsbescherming aan waarmee je keihard tegen die bal moet stampen, boksen, slaan, whatever….
De puntentelling gebeurt gelijkaardig als in tennis, de eerste die 11 haalt wint en voor de rest is het een kruising met volleybal (maar zonder net), tennis maar zonder rackets, een beetje cricket denk ik, kortom, een onbegrijpelijke sport dat enkel door de locals gespeeld, begrepen en geapprecieerd wordt.
Maar nu hingen er week na week affiches in onze bar dat de plaatselijke helden de kwartfinales hadden bereikt, en dan de halve en uiteindelijk nu zondag zelfs de finale, dus ik daar naartoe, de sfeer proeven weet je wel. Volk genoeg in ieder geval, een paar honderd man plus één Belg die er bij een vier nul stand in het voordeel van Spigno toch maar de brui aan gegeven heeft.
Ik begrijp absoluut niets van de spelregels en had helemaal niet door waarom Spigno scoorde en goed speelde, ik juichte gewoon mee als de grootste hoop dat ook deed maar na zo’n veertig minuten dacht ik mij belachelijk genoeg gemaakt te hebben en droop stilletjes af.
Achteraf begreep ik dat de ‘goeie’ wonnen met 11-4 maar dat er ook nog een terugmatch komt, ik denk toch maar niet dat ik ook nog op verplaatsing mee zal gaan supporteren, zo’n fan ben ik al bij al niet geworden,
(Nicolas)