Winterse roffelaar.

0
377
Het geroffel van de Grote bonte specht (Dendrcopos major) is net dat
geluid dat je een echt voorjaarsgevoel geeft. Je ogen volgen dan via de
boomstam naar de boomkruin. Met een beetje geluk zie je hem als een
stipje ergens timmeren. Maar nu is het koud en het voorjaar laat nog een
heel tijd op zich wachten. Ik heb trouwens ook moeten wachten in mijn
schuiltent voordat ik ze zo van dichtbij kon zien. Zo vlak voor je neus
is de Grote bonte specht met een lengte van 20 tot 26 centimeter best
wel een
vrij grote vogel. Wat een fraaie tekening, die bovenop zwart is en wit
van onder. Hij heeft
grote, ovale witte schoudervlekken en een rode anaalstreek. De ogen zijn
bruinrood, de snavel en de poten zijn grijs. Het mannetje heeft een
rode vlek op het achterhoofd, het vrouwtje heeft een geheel zwarte
kruin. Juveniele vogels hebben een geheel rode kruin en een roze
anaalstreek en lijken daardoor op de Middelste bonte specht. Vaak hebben
jonge vogels nog gebandeerde schoudervlekken. De veren van de staart,
die als steun dient bij het klimmen, hebben een verstevigde veerschacht.
Het is een echte bosbewoner. De grootschalige aanplant van bos in
1880-1950 leidde tot een enorme uitbreiding van het broedareaal. Ook
door de toename van de gemiddelde leeftijd, diversiteit en het toelaten
van dood staand hout in de Nederlandse bossen heeft de Grote bonte
specht goed gedaan. Deze specht is dan ook een algemeen voorkomende
vogel in Nederland geworden. Kijkend door de camera naar de Grote bonte
specht hoor ik in gedachte een geluid en laten we eerlijk zijn, je kunt
toch niet zonder die voorjaarsgeroffel!