Bolgewassen hebben een bijzondere bekoring. Het is altijd spannend om in de tuin de eerste tekenen van de naderende lente te zien. Nu de vorst bijna verdwenen is, springen de bloemen, uit het schijnbare niets, de grond uit. De Krokus (Crocus sp.) is een geslacht uit de lissenfamilie (Iridaceae), dat bijna 100 soorten omvat. De Krokussen zijn onder andere afkomstig uit de bergen rond de Middellandse Zee. Het grootste aantal soorten zijn afkomstig uit de Balkan en Klein-Azië, met uitzondering van een soort, die men tot Centraal-Europa aantreft in de Alpen en Karpaten. Een paar soorten zijn afkomstig uit de bergen van Centraal-Azië. Het zijn allemaal gebieden met extreme omstandigheden zoals snoeihete, droge ’s zomers. Vroeger werden er massaal bollen uitgegraven om de onverzadigde markt te voorzien van deze voorjaarsbodes. Veel wilde soorten hebben geleden onder dit menselijke plundergedrag. Gelukkig voor de wilde soorten zijn er voor de tuinliefhebbers veel soorten/cultivars op de markt te verkrijgen. In onze tuin staan ook verschillende soorten, die in de loop der jaren verzameld, geruild en gekocht zijn. Hoe deze heten ben ik vergeten maar wat ze allemaal gemeen hebben zijn hun trouwe bezoekers. Van Honingbijen, dikke Hommels en soms met een beetje geluk een vroege vlinder. Wordt het toch weer kouder dan beschermd de bloem zijn meeldraden en stamper door de bloem te sluiten. Ik ben dol op Krokussen. Als je ze eenmaal geplant hebt hoef je er alleen maar naar te kijken. Ik wil graag Krokussen die wild en uitbundig verwilderen, die niet persé een hete zomer nodig hebben om te bloeien en die niet elk jaar opgenomen en opnieuw verplant hoeven te worden. Een tuinplant zonder gedoe, dus doe mij maar deze no-nonsense plant. Als de Krokussen bloeien, ook al is er een late sneeuwbui, is mijn winterblues in één klap verdwenen. Wat wil een mens nog meer?