In onze
kelder moest ik even een paar schoenen halen. Het zijn nogal loge
wandelschoenen maar dat ze zo zwaar zijn kon ik mij niet voorstellen! Eenmaal
in het volle licht blijken de schoenen gevuld te zijn met rijstkorrels! Wat is
dit voor een grap? Na wat speurwerk in de kelder vond ik een lege doos
zilvervliesrijst met nog een paar rijstkorrels er in. In de hoek van het pakje
zak zat een geknaagd gaatje. Verder ligt nergens geknoeide rijst op de grond of
in de kast. Dat kan maar een ding betekenen… Blijkbaar is hier een muizenfuif
geweest!
Met een diervriendelijke val, een Heslinga life-trap, kun je kleine
zoogdieren springlevend vangen. Als aas heb ik een onweerstaanbare mengsel van
pindakaas, muesli, zonnebloemolie, rozijnen en rijst gemaakt. Daar moet het uiteraard
wel mee lukken om een muis te vangen. In het voorstuk van de Heslinga life-trap
zit een gevoelig mechanisme. Het valmechanisme is een strip aluminium die is zo
gemaakt dat de muis er wel overheen moet lopen. Als de muis hier opstaat klapt
het deurtje achter de muis dicht.
Aangelokt door het aas komt de muis in de achterliggende kamertje en die is
comfortabel bekleed met hooi. Dus het ontbreekt niks aan de eventueel gevangen
muis. Na de eerste nacht was het raak. Het deurtje is dicht dus moet er iets in
zitten.
Het is een mooie volwassen Huismuis (Mus musculus). De Huismuis is slank
gebouwd en heeft een variabele vachtkleur. Van een bruingrijze, vaalbruine
bovenvacht en een grijs tot geelwitte buik. De buikvacht heeft ook lange zwarte
haren. De vacht is vet en glanzend. De Huismuis heeft korte poten met aan de
achtervoet vijf tenen en aan de voorvoet vier. De lichaamslengte is 75-100 mm
en de lengte van de staart is ongeveer zo lang als het lichaam. Zijn snuit is
vrij spits met een roze neusspiegel en lange snorharen, de oren zijn redelijk
groot en de ogen zijn groot en zwart. De Huismuis heeft beitelvormige
voortanden die zijn hele leven lang doorgroeien en die ze door middel van
knagen kort gehouden moeten worden. Het zijn voornamelijk zaadeters zoals granen,
bloemzaden, noten, wortelen maar eten daarnaast lekker gemaakt aas ook insecten,
larven en wormen. De bijzondere herkenbare, onaangename, muffe lichaamsgeur van
de Huismuis komt je tegemoet.
De Huismuis heeft zich overal ter wereld verspreid, zelfs op (onbewoonde)
eilanden. In Nederland komt hij ook overal voor, ook op de Waddeneilanden en
sinds de jaren ’50 ook in de polders in Flevoland. Huismuizen komen vooral voor
waar ook mensen voorkomen en met name waar andere soorten muizen ontbreken of
minder talrijk zijn. Ze komen voor in woningen, schuren, winkels en
boerderijen. Maar ook in fabrieken, pakhuizen, molens, stallen en koelhuizen.
Zelfs in de duistere diepte van de Limburgse kolenmijnen waren Huismuizen
aanwezig die leefde vooral in het stro in de ondergrondse paardenstallen. De
paarden werden gebruikt om de volle steenkoolkarren te trekken van de winplek
naar de liftschacht. In meer natuurlijke omstandigheden komen ze voor in bossen
met ondergroei, graanakkers, rietvelden, heggen of ruige tuinen. De Huismuis is
vooral ’s nachts actief, met activiteitspieken in de schemerperiode. Op rustige
plaatsen zijn ze soms ook overdag actief. Ter verkenning of bij onraad richten
Huismuizen zich op de achterpoten op. Dit wordt ‘zekeren’ genoemd. Ook snuffelt
hij vaak met zijn neus in de lucht. Hij heeft namelijk een scherp reukvermogen,
waarmee hij zijn weg vindt en zijn familieleden herkent. Hun gezichtsvermogen
is slecht ontwikkeld, ze verplaatsen zich in het donker door te tasten met hun
snorharen. Daarbij urineren ze veel, vooral in onbekend terrein. Dit, tezamen
met hun tastzin, wijst hen de weg. De Huismuis is van alle markten thuis, kan
zeer goed knagen, klimmen, springen en zwemmen. Al deze eigenschappen komt deze
kleine "plaaggeest" goed van pas in een menselijke omgeving. De
Huismuis is dan ook een echte cultuurvolger. Eenmaal in de tuin bij het
houthok, kijkt hij nog een keer om en piepmuis weg is die. Een paar dagen na de
gevangen Huismuis werd er niks meer gevangen. De kelder is weer muisvrij. Per
dag eet een Huismuis zo'n 3,5 gram. Dat die ene Huismuis een volle voordeelpak
zilvervliesrijst verplaatst heeft naar de wandelschoenen is toch wel een
opmerkelijke prestatie. Sommige mensen reageren meteen in paniek en wordt er als
bestrijdingsmiddel naar de muizenkorrels gegrepen. Dit soort bestrijding met
gif heeft doorgaans geen zin; de vrijgekomen plek in een territorium wordt al
snel weer ingevuld door andere muizen. De beste methode is om schade te
voorkomen. Voedsel kan je het beste goed opbergen en de kieren van de opbergruimtes
muisdicht maken. Omdat buiten levende muizen in de aankomende herfst vaak naar
menselijke bewoning toe trekken, heb ik uit voorzorg het kelderraam nu ook een
beetje aangepast met een fijn kuikengaas. Twee rijstlustige wandelschoenen vond
ik wel meer dan genoeg 🙂