Het zijn vaak koude en donkere winterdagen maar soms wordt
je blik getrokken naar een opvallende helder gele wolk in de tuin. De
Winterjasmijn (Jasminum nudiflorum) is in Nederland een van de vroegst bloeiende
heesters. Deze plant komt uit de olijffamilie Oleaceae van tweezaadlobbigen houtige
planten die bestaat uit bomen en heesters maar ook lianen. De
familie komt wereldwijd voor, met een concentratie uit Oost-Azië. De Winterjasmijn is afkomstig uit China, met name
uit de westelijke provincies Gansu, Shaanxi, Sichuan, de zuidoostelijke
provincie Xizang en het noordwestelijk gelegen Yannan. Hij groeit daar in het
wild op rotsachtige bodem op een hoogte tussen de 800 en 4500 meter en stelt
zeer weinig eisen aan de grond. Ook in de Nederlandse tuinen stelt deze
geliefde tuinplant ook niet veel eisen aan zijn standplaats. De lange
bloeiperiode van de Winterjasmijn met zijn heldergele bloemen, die al in
december begint, kan soms wel tot in april duren. De bloemen verschijnen op de
nog bladloze donkergroene vierkante stelen van tweejarig hout. De talloze
bloemen die maar blijven verschijnen, zijn geel en stervormig. Mocht er tijdens
de bloei vorst komen, dan herstelt de bloei zich meteen na de vorst. De kleine
blaadjes van de Winterjasmijn, die wat later in het voorjaar verschijnen, zijn
glanzend donkergroen. Om te voorkomen dat er te veel oud/dood hout blijft
zitten, kunt je het beste de oudste twijgen wegsnoeien. Ze zijn gemakkelijk
herkenbaar aan de groengrijs doffe kleur. Maar let op de Winterjasmijn bloeit
op het hout van het voorgaande jaar, hou hier rekening mee bij het snoeien. De
beste snoeitijd is na de bloei, eind april. De meest ideale standplaats is om
Winterjasmijn tegen een muur te leiden, de warmte die een muur uitstraalt
voorkomt dat de bloemen bevriezen. Op zo'n zonnige warme plek is de bloei
natuurlijk het rijkst. De Winterjasmijn
kan zelf niet klimmen en groeit ook nog eens een beetje rommelig, daarom is het
mooi om hem te leiden tegen een stevig klimornament zoals een latwerk, pergola of prieel. De
hoogte van de struik is een beetje afhankelijk van of hij al dan niet tegen een
muur geleid wordt. Leistruiken worden meer dan 3 meter en de planten die niet
worden geholpen bij het klimmen halen maar anderhalve meter. Voor de rest is
het een probleemloze plant. Winterjasmijn
kan vermeerderd worden door halfhoutige stekken in de zomer of het najaar. Maar
het is gemakkelijker om een twijgen af te leggen. Pak een twijg en snij deze
schuin in, leg hem daarna op de grond en bedek hem zand. Leg er vervolgens een
steen bovenop of zet de twijg vast met een klem. Na een tijdje ontstaan er
wortels op de plaats van de inkerving en dan kan het jonge plantje van de
moederplant worden afsnijden. Soms hoef
je dit niet eens te doen omdat doorbuigende twijgen die de grond raken gemakkelijk
gaan wortelen. Zo kun je altijd iemand een plezier doen die ook graag een
Winterjasmijn in de tuin wilt hebben. Ook zijn ze leuk om het voorjaar in huis
te halen door losse takken, die bijna in de knop zijn in de vaas te zetten.
Door de aangename kamertemperatuur komen ze in bloei en de bloemen blijven ook
nog eens lang mooi. Ik sta een beetje te kijken bij de Winterjasmijn en ben
juist aan het denken: " Vreemd waarom bloei je nu in de winter zonder
insecten?" komt er een logge brommende Aardhommel aan vliegen. Elke keer
als de alleenstaande koningin een bloem bezoekt wordt haar bontjas tijdens het
snoepen door de waterdruppels steeds natter. Het is geen gezicht. Uiteindelijk
ploft ze onder haar gewicht neer aan de voet van de Winterjasmijn en kruipt ze
van ellende weg tussen de dorre bladeren. Wachtend op warmere tijden. Als de voorjaarstemperatuur iets stijgt kan ze
de rijk gevulde tafel boven haar weer aan schuiven. Exoot of niet voor sommige te vroeg ontwaakte inheemse
insecten is de bloeiende Winterjasmijn een echte levensreddende winterkost.