Zonder brokken te maken land de Gedeukte Gouden Tor (Protaetia cuprea) luid snorrend op een bloemtros van de Vlinderstruik. Het is een fraaie glanzende, groene kever met witte vlekjes op de schilden. De dekschilden zijn in meer of mindere mate gedeukt. Veel exemplaren bezitten een witte beharing in de kniegewrichten. Die zijn bij gebogen knieën goed zichtbaar. Daar aan kun je ze onderscheiden van de zeer zeldzame Gouden tor (Cetonia aurata). De volwassen Gedeukte Gouden Tor voeden zich o.a met vloeibare boomsappen, rijp fruit, nectar en stuifmeel. De larven groeien op in de nesten van de Rode bosmier (Formica rufa). De larve maakt de nestcocon van het aanwezige mierennestmateriaal. Door de vertrouwde geur heeft de zich hierin ontwikkelde pop niks te vrezen van de mieren. Na de verpopping komt ze als volwassen kever uit het mierenhoop kruipen. Ook dan laten de Rode bosmieren ze verbazend genoeg met rust. Terwijl als er bijvoorbeeld een sprinkhaan die op het mierennest springt wordt die meteen door de Bosmieren aangevallen, overmeesterd en ontleed tot hapklare brokken. Toch maar goed als je een hoop vol met vrienden hebt.