Dubbele prachtdag.

0
639


Tijdens een kleine wandeling in het Groot broek bij Montfort
viel mijn oog, ondanks zijn schutkleur, op een groot ding. Verscholen achter
gras zittend tegen de voet van de stam van een laanboom. Eenmaal op mijn knieën
zag ik al vlug dat het een nachtvlinder is. Wat een mooie joekel! Nu ik het
beestje van dichterbij bekijk is het een ligusterpijlstaart (Sphinx ligustri).

Het is een nachtvlinder uit de pijlstaarten familie Sphingidae. De voorvleugels
van deze grote pijlstaart, die een spanwijdte heeft van 9 tot 12 centimeter,
zijn lichtbruin grijs met twee zwarte vlekken en strepen. De ondervleugels zijn
lichtroze, met drie zwarte banden. Het opvallendst aan deze pijlstaart zijn de
zwarte thorax (borststuk) en de donkerroze staart. Ook op de staart heeft hij
zwarte dwarsbanden. Het achterlichaam van de vrouwtjes is veel dikker dan bij
de mannetjes. Overdag zitten ze heel stil met gevouwen vleugels rustig weg te
dromen maar in de beginnende avonduren zijn ze echte nachtbrakers en vliegen ze naar bloeiende bloemen. Ze vliegen
in één generatie van begin mei tot begin september. Met een snorrend geluid
kunnen ze stil hangen bij een bloem en ontrollen ze hun lange tong om bij de
nectar te komen. Ze hebben een sterke voorkeur voor ruikende bloemen met een
lange kroonbuis zoals kamperfoelie, tabaksplant en hoe kan het ook anders
liguster. Het loont zich, als je toch een ligusterheg in de tuin hebt om een
stukje niet te knippen. De liguster zal hier met zijn wit geurende bloemen gaan
bloeien en lokt ook de ligusterpijlstaart aan. Met een beetje geluk leggen ze
hier ook hun eieren. Hieruit komen spoedig rupsjes die uit groeien tot een wel  9 centimeter lange groene rups met witte en
paarse schuine strepen op zijn zijkant. Zijn poten en stekel zijn zwart. Een
deel van de stekel is geel. Dit aanhangseltje heeft de naam pijlstaart bezorgt.
Zo'n gigantische kleurrijke rups heb ik in het verleden ook wel eens in de tuin
gevonden tijdens het snoeien van de ligusterheg. De rupsen zijn dol op liguster
maar ze houden ook van de sering, sneeuwbal, vlier, chinees klokje en es
(Fraxinus excelsior). Laat ook toevallig deze vlinder op een es zitten. Heb je
een ligusterhaag in de tuin en je wilt weten of er ook ligusterpijlstaart in
voorkomt? Leg dan met name in augustus een wit laken onder de liguster. De
rupsen zijn dan op hun groots en hun uitwerpselen ook. Na een nachtje kun je
kijken. Liggen er keutels op het laken, die op dropjes met een gedraaide
schroefstructuur dan weet je meteen in welk stuk heg je moet zoeken. Succes
verzekerd!

De ligusterpijlstaart komt voor in heel Europa en naar het oosten
toe tot Japan. Deze mooie soort kan in heel Nederland aangetroffen worden maar
de hoogste dichtheden zijn te vinden langs de kust. Ook in het hoge noorden op Schiermonnikoog
 en in het noorden van Groningen is de
soort aangetroffen. Vroeger was deze grote nachtvlinder algemener in velerlei
biotopen, zoals bosranden, duingebieden, parken en tuinen waar veel liguster
voorkomt, maar wordt na 1970 aanzienlijk minder talrijk gevonden. Vooral in de
stedelijke gebieden en de duinen is de soort achteruit gegaan, maar het schijnt
zich weer enigszins te kunnen herstellen doordat de rupsen zich op andere
waardplanten kunnen ontwikkelen. Daarnaast heeft de aanplant van ligusterhagen
in plaats van schuttingen de verbreiding en de talrijkheid van deze grote
pijlstaart veel goed gedaan. Van deze soort werden tot nu toe meestal de
opvallende rupsen ontdekt. De Latijnse naam Sphinx is waarschijnlijk afkomstig
van de houding die de vlinder aanneemt als hij schrikt. Hierbij heft de vlinder
haar kop en voorste gedeelte van het lichaam omhoog. Als de rups
eenmaal volgroeid en volgevreten is zoekt deze een overwinteringplek op en zal
de rups onder de grond verpoppen. De glimmende roodbruine pop ligt dan in een
holletje en blijft daar tot het volgende voorjaar. Nadat ik de vlinder
uitgebreid heb bekeken liepen we weer verder. Nog na genietend van deze
bijzondere ontmoeting zag ik ineens nog eentje zitten!

Ook deze heb ik nog even
goed bekeken. Het werd de nachtvlinder blijkbaar een beetje te veel en maakte
een beetje zijn vleugels open. Zo liet ze haar waarschuwingskleuren zien. Ik schrok daar iedergeval niet van en dat was de uitgelezen kans om daar ook een foto van te maken. Toen ik weer wat
afstand nam sloot ze rustig haar vleugels. De schutkleur doet nu weer zijn werk! Ik
prijs me gelukkig met deze onverwachtte dubbele pracht voor een dag!