Zijn leerling Dieter Henrich zag in Cramer’s werk het "einziges grundlegendes systematisches Werk, das nach 1945 in Deutschland veröffentlicht wurde."
Wolfgang Cramer was een Duitse filosoof en wiskundige. Z’n schooltijd bracht hij door in Breslau waar hij drie semesters filosofie studeerde aan de universiteit van Breslau (bij Richard Hönigswald en Siegfried Marck) en een semester aan de universiteit van Heidelberg (bij Karl Jaspers). Vanaf november 1922 werkte hij als bankbeambte en de winter van 1924/25 begon hij een studie wis- en natuurkunde aan de universiteit van Breslau. In 1931 promoveerde hij bij Hans Adolph Rademacher op een getaltheoretisch onderwerp: Die Reziprozitätsformel für Gaußsche Summen in reell quadratischen Zahlkörpern.
In mei 1932 werd hij lid van de NSDAP en de nationaalsocialistische lerarenbond. Na verwijdering van de joodse Rademacher uit zijn positie werd Cramer assistent op het Mathematisch Instituut bij Werner Schmeidler. Intussen hield hij contact met vroegere medestudenten van Hönigswald, onder wie Moritz Löwi die hij in 1938 hielp bij zijn emigratie. In 1935 publiceerde hij zijn Habilitationsschrift over: Das Problem der reinen Anschauung. Eine erkenntnistheoretische Untersuchung der Prinzipien der Mathematik, waarna hij in Breslau privaatdocent in de filosofie van de exacte wetenschappen werd. Een verdergaande benoeming ondervond tegenstand. Na WO II kreeg hij in 1949 een privaatdocentschap in Frankfurt am Main en werd er in 1953 tot ‘außerplanmäßigen Professor’ benoemd. Uiteindelijk verkreeg hij in 1962 een benoeming tot buitengewoon hoogleraar.