In de film The Monuments Men
die a.s. donderdag in Nederland z'n première krijgt (en volgens
de trailer nogal spectaculair opgezet lijkt) zal het wel niet
voorkomen, maar ook de door de Duitsers geroofde bibliotheken van het
Spinozahuis, de Bibliotheca Rosenthaliana en Ets Haim e.a. werden
door, zoals men ze later is gaan noemen, The Monuments Men,
teruggebracht naar de rechtmatige eigenaars.
Archivarissen, kunsthistorici en
museumcuratoren kregen de opdracht om door de nazi's geroofde
kunststukken te redden voordat ze vernietigd zouden worden. De mannen
droegen wel militaire uniformen, zonder echte militairen te zijn en
stonden voor een ogenschijnlijk onmogelijke missie.
De nazi’s waren zeer
geïnteresseerd in kunst, objecten van musea, synagogen en
particulieren en joodse archieven en bibliotheken, die alle in
beslag werden genomen – werden geroofd. We hebben erover kunnen lezen in het boek van Irvin Yalom, Het Spinozaraadsel.
De kunst moest het megalomane Hitlermuseum bevolken.
De boeken en archieven dienden als belangrijke bronnen voor de
bestudering van het volgens de nazi-ideologie ‘verderfelijke’
joodse gedachtegoed en zouden in een grote bibliotheek worden ondergebracht.
De Duitsers legden van die geroofde voorwerpen
gedetailleerde lijsten aan. Die Duitse inventarislijsten zijn na de
oorlog samen met een groot aantal kisten geroofde joodse spullen door
de Amerikanen gevonden in een depot zestig kilometer ten noorden van
Frankfurt.
Seymour J. Pomrenze (1916-2011)
kreeg de leiding van het Offenbach Archival Depot, het Amerikaanse
verzamelpunt van door de Duitsers geroofde archieven en boeken, van waaruit het
transport naar Nederland geregeld werd [Cf hier
en hier en ook hier].
Als u die film gaat zien, denk er
de Spinozabibliotheek dan bij.