Spinoza stak wat op van Joseph Solomon Delmedigo

0
355

Filip Buyse e-mailde mij vanmiddag met het verzoek om het volgende op dit weblog op te nemen. Zeer graag voldoe ik uiteraard hieraan. Hierna komt dus Filip aan het woord: Gravure van Joseph Delmedigo, in 1628 vervaardigd door W. Delff naar een portret geschilderd door W. C. Duyster

Ik ben net terug van Firenze waar ik met hoofdrabbijn en professor Joseph Levi een goed gesprek gehad heb over Joseph Salomon Delmedigo. Spinoza had werken van deze leerling van Galileo in zijn bibliotheek. Het blijft echter onduidelijk welke precies. Vast staat dat hij de Basel-editie (1929-31) van de “Abscondita Sapientiae“ (catalogus Te Winkel nr. 054, Aler 064) in zijn bezit had die naast werken van  Joseph Solomon Delmedigo ook werken van zijn overgrootvader Elijah ben Moses Abba Delmedigo en Semu'el Yehudah Leb 'Askenazi bevat. De vraag is of hij naast deze Abscondita Sapientiae ook andere werken had. Binnen de Joodse traditie is quasi iedere spinozakenner waaronder Kaplan, Levi, Rudavsky, Adler, Nadler, het erover eens dat het zogenaamde “Rabbinsch Mathematisch Boeck”  ( Catalogus Te Winkel nr. 055, Aler  001) ook een werk van J.S. Delmedigo moet zijn geweest, namelijk de belangrijke “Sefer Elim”. Niet iedereen is het hier echter mee eens.  Zo wordt dit “Rabbinsch Mathematisch Boeck “ door de Verenging Het Spinozahuis toegeschreven aan Me’ir Aldavi.