Spinoza over de accommodatie van de Schrift

0
358

Dit blog wordt een vervolg op dat van 6 juni 2011 over "Spinoza en het begrip van de goddelijke accommodatie in de TTP" [cf hier]. 

Het accommodatie-begrip was al door Calvijn gehanteerd. Maar vooral in de 17e eeuw met de opkomende natuurwetenschap werd almaar meer de noodzaak erkend om over ‘accommodatie’, aanpassing aan kennis en taalgebruik van de boodschapontvangers, te spreken en te onderscheiden tussen wel en niet geaccommodeerde openbaringsteksten, afhankelijk van de stand van de kennis van de natuur van de Bijbelse auteurs en lezers. Dit om de Schrift a.h.w. te redden tegen de ‘aantastingen’ door de wetenschap. Filosofie (in die tijd wetenschap) werd almaar meer als geschikter gezien om uitspraken te doen over hoe de wereld en de kosmos in elkaar zat. Spinoza nam in dit debat een heel eigen positie in. 

Arnold Huijgen promoveerde op 20 april 2011 op het accommodatiebegrip bij Calvijn in de theologie met Divine Accommodation in John Calvin’s Theology. Analysis and Assessment [Vandenhoeck & Ruprecht, Göttingen , 2011].

Vorige week ontving ik van hem de gedeelten uit zijn proefschrift die over Spinoza gaan. Dit n.a.v. eerdere e-mails die we wisselden.

Zo kan ik mij uiteraard geen duidelijk beeld vormen van andere denkers en wetenschappers die behandeld worden en met name niet hoe bij Calvijn het accommodatiebegrip anders functioneert, vergeleken met dat van Spinoza. Toch kan ik me van hoe Huijgen de laatste behandelt op deze wijze wel een redelijk beeld vormen.

Bij Spinoza is in de TTP, zoveel moge duidelijk zijn, volstrekt geen sprake van accommodatie van God, aanpassen van spreken van God, aan het begripsvermogen van de mensen. Dat is een te antropomorfe manier van spreken over God. Bij hem is er alleen sprake van accommodatie van de profeten die uiteraard alleen spreken naarmate van hun weten (en vooroordelen) en die zich uiteraard aanpassen aan hun toehoorders tot wie zij zich richten. En hetzelfde geldt voor de Bijbelse auteurs die zich aanpassen aan hun lezers.