Toen ik met veel zuchten en steunen in de zomer van 2001 het boek van Sonja Lavaert, haar proefschrift Het perspectief van de multitude. Agamben, Machiavelli, Negri, Spinoza, Virno [Vubpress, 2011 – books.google] gelezen had, besloot ik er geen blog aan wijden. Het weergeven van mijn bijna tweevoudige leeservaring zou zeer negatief uitvallen en daar had ik geen zin in. Ik liet het erbij.
Ik had mij het boek toen vooral aangeschaft in de hoop om via de uitleg van Lavaert mogelijk iets meer van Negri, tegen wie ik in de loop der tijd grote weerstand had opgebouwd, te begrijpen. Die hoop bleek ijdel. De vage praat bracht mij tot een woede, die maakte dat ik er beter niet over kon schrijven – zo'n humbug vond ik bijna alles wat er van hem ook via een welwillende lezer als Lavaert te lezen was. Van die woede is nu alleen verbazing overgebleven. Nu kan ik het boek ter hand nemen om er weer eens een hoofdstuk of wat paragrafen in te lezen, waarbij je hier en daar interessante gezichtspunten en andere krenten eruit kunt opspitten.
Onlangs pakte ik het boek weer eens op, want ik herinnerde mij dat ze interessante dingen geschreven had over Machiavelli en over Spinoza en diens gebruik van Machiavelli. Ik begon daarvoor middenin het boek, waar ze uit zichzelf schreef en zich losgemaakt had van Negri. Daar werd haar tekst leesbaar, want ze heeft veel kennis over Machiavelli en Spinoza.