Smalende godslastering ook m.b.t. Spinoza’s God voortaan toegestaan

0
443

In 1932 werd op voorstel van minister Donner in het Wetboek van
Strafrecht ingevoerd:

Artikel 147

"Met gevangenisstraf van ten
hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie wordt
gestraft:

1°. hij die zich in het
openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, door smalende
godslasteringen op voor godsdienstige gevoelens krenkende wijze
uitlaat;

2°. hij die een bedienaar van de
godsdienst in de geoorloofde waarneming van zijn bediening bespot;

3°. hij die voorwerpen aan een
eredienst gewijd, waar en wanneer de uitoefening van die dienst
geoorloofd is, beschimpt.

Artikel 147a werkte dit nader uit (pro memorie)

Gisteren is door de Eerste Kamer
het wetsvoorstel van D66 en de SP om artikel 147 te schrappen met 49
stemmen voor en 21 stemmen tegen aangenomen. 'Smalende godslastering' is
dus voortaan niet meer bij wet verboden, maar toegestaan. Wel werd
tegelijk een motie aangenomen waarin het kabinet wordt verzocht om na
te gaan of artikel 137 zo kan worden aangepast, dat burgers toch
worden beschermd tegen ernstige belediging van hun geloof.


Johan Braakensiek, Minister Donner op het Oorlogspad. In De Groene Amsterdammer van 2 mei 1931 [van ISSH]