28 juni van dit jaar was het 300 jaar geleden dat Jean-Jacques Rousseau werd geboren. Dat leidde tot tal van activiteiten over hem – zoals b.v. een lesbrief over Rousseau bij de Stichting Spinozalens [PDF]. Vanavond was er in het kader van het Studium Generale in Maastricht zo’n bijeenkomst over “Rousseau en de paradoxen van het politieke” door Prof. dr. Vandevelde, hoogleraar wijsbegeerte, KU Leuven. Aldus ingeleid:
“Rousseau is waarschijnlijk de meest intrigerende politieke filosoof van de 18e eeuw. Hij geeft een haast marxistisch aandoende maatschappijkritiek, maar dan gekoppeld aan een diep pessimisme.
Zijn denken van het sociaal contract zit gevat in een netwerk van paradoxen en onmogelijkheden. In het samenleven verliest de mens zijn oorspronkelijke onschuld, en toch kan hij zijn menselijkheid (en een gevoel voor moraliteit) slechts ontwikkelen in een maatschappelijke context. Het politieke probleem staat gelijk met het vinden van de kwadratuur van de cirkel.
Samenleven is immers slechts mogelijk als we "een regeringsvorm vinden die de wet boven de mens plaatst". We weten echter dat wetten menselijk maakwerk zijn.
Rousseau toont aan dat ook in een geseculariseerde maatschappij die de autonomie van de mens beklemtoont, het politiek probleem uiteindelijk een theologisch probleem blijft: samenleven is onmogelijk zonder verwijzing naar een punt buiten de maatschappij.
Standbeeld van Jean-Jacques Rousseau van beeldhouwer James Pradier, geplaatst in 1835 op het Rousseau-eiland in Genève. Zou Frédéric Hexamer, de beeldhouwer van het Spinozastandbeeld dat in 1880 in Den Haag werd onthuld, zich door dit Rousseaubeeld hebben laten inspireren?