Graag wijs ik hier op een uitvoerige en zeer informatieve bespreking die gisteren werd gepubliceerd door The New Republic onder de titel: "When Religion Had a Mind. The history of philosophical religion."
Peter E. Gordon, hoogleraar geschiedenis in Harvard en auteur van Continental Divide: Heidegger, Cassirer, Davos (Harvard, 2012), geeft een lange en interessante bespreking van het boek van
Carlos Fraenkel, Philosophical Religions from Plato to Spinoza: Reason, Religion, and Autonomy [Cambridge University Press, 2012 – ISBN 9780521194570 – cf blog en books.google]
Uitvoerig gaat het ook over Spinoza en hoe hij in de lange traditie van de 'filosofische religie' staat die Fraenkel – en Gordon in zijn kielzog samenvattend – beschrijven. Zeer aanbevolen.
Boeiend te lezen over de lange geschiedenis van pogingen door filosofen om de rationele kern van het geregeld samenleven mede met behulp van de godsdienst vanaf al vanaf Socrates en Plato als God en de Rede te identificeerden. Hoe er een lange traditie was waarin een onderscheid werd gemaakt tussen de (uiterlijke) vormen van de godsdienst voor de gewone mensen en de rationele kern ervan die alleen door de weinige geleerden kon worden begrepen. Filosofie, begrijpen en doorzien wat de kern is waar het om gaat, was voor de weinigen, gehoorzamen aan de goddelijke wetten was voor de velen. Opmerkelijk is de leer dat het streven van de filosofen om menselijke perfectie, wijsheid, (dat is: God) te bereiken verenigbaar zou zijn met religieuze vroomheid. Gehoorzaamheid aan de rede was het zelfde als gehoorzaamheid aan God.