Mijn vader was een mijnwerker. Hij moest dus hard werken voor zijn geld. Gelukkig hoef ik dat niet. Ik werk dan wel hard, maar anders hard. watjeshard zal ik t maar noemen.
Maar wat ik zeggen wilde.
In de jaren 70 goot miinwerker paps mij vol met idealen. Socialistische idealen. Hij was er van overtuigd dat de samenleving maakbaar was door de overheid, die dan een soort van bescherming zou vormen tegen de uitwassen van t verderfelijke kapitalisme. De overheid die zwakkeren, zieken, werkelozen ed zou beschermen.
Lange tijd had ik als opgroeiende volwassen ook dat beeld over de overheid. Maar langzaam aan, ben ik t vertouwen in de overheid helemaal kwijtgeraakt.
Kastjes in auto's die vanalles registreren, telefoontaps, elektronische patiëntendossiers, vingerafdrukken op een nieuw paspoort. T benauwt me heel erg. T is niet zo dat ik paranoïde ben. Eerder lijkt t mij dat de overheid dat langzaam aan wordt.
Ik zeg: alle ministers naar de psychiater
_______________________________________________________