Vandaag wil ik deze plaat die de aanval op Spinoza verbeeldt naar dit weblog halen. Een aanslag die volgens Colerus voor de ban zou hebben plaatsgevonden en – denk ik – een gevolg van haatzaaien zal zijn geweest.
Volgens Pierre Bayle in het lemma Spinoza in zijn Dictionaire, zou op Spinoza een moordaanslag door een jood gepleegd zijn bij het verlaten van de Schouwburg. "De wond was onbeduidend maar hij was ervan overtuigd dat de aanvaller de bedoeling had hem te doden."
Colerus corrigeert de locatie. Er was wel een aanslag met een mes op Spinoza gepleegd, maar hij, Colerus, had van de heer en mevrouw van der Spyck van de Paviljoensgracht vernomen, dat Spinoza hen vaker verteld had dat die aanslag gebeurde toen hij uit de oude Portugese synagoge kwam.
Deze plaat klopt dan in zoverre niet dat de aanslag bij de nieuwe Portugese synagoge is gelocaliseerd die pas in 1675 feestelijk is geopend. Spinoza heeft die synagoge misschien van verre gezien (hij was zeker in 1675 in Amsterdam om over het drukken van zijn Ethica te spreken), maar is er hoogstwaarschijnlijk nooit binnen geweest.
Hier de kopergravure die in het lemma Baruch Spinoza van wikipedia is opgenomen:
Overval op Spinoza. Uit: Historie der Joden, vervolg op Flavius Josephus; bij J. van Gulik, Amsterdam. 1784. Afmetingen: 133×89 mm
[Iets precieser bijschrift is te vinden bij Adri K. Offenberg, "Fictie rond Spinoza", in: Cis van Heerum (Red.), Libertus philosophandi. Spinoza als gids voor een vrije wereld, Amsterdam. In de Pelikaan, 2008, 2 209:]
Kopergravure door Noach van der Meer Jr naar een ontwerp van Jacob Buys, opgenomen in De Historie der Jooden van den tyd van Jesus Christus tot op den tegenwoordigen tyd. Om te dienen tot een Vervolg of Derde Deel, op de werken van Flavius Josephus, uit het Fransch vertaald. Amsterdam, Jan van Gulik, 1784