In aansluiting op het vorige blog, waarin ik vele Spinoza-herdenkingen n.a.v. diens 250e sterfdag verzamelde, nu dan over Max Scheler. In het blog waarin ik het boek Het Argentijnse gezicht van Spinoza. Passies en politiek van Miriam van Reijen besprak, schreef ik over Carlos Astrada (1894-1970) die een lezing vertaalde die Max Scheler op 21 februari 1927 bij de herdenking in Den Haag van Spinoza’s 250e sterfdag had zullen houden, maar die nooit gehouden zou zijn. Waarom niet? Ik ben naar verdere gegevens op zoek gegaan en vermeld in dit blog wat ik over Max Scheler vond.
Max Scheler was een Duits filosoof, met een joodse moeder, maar RK gedoopt; in z’n jonge jaren was hij fel katholiek. Hij werd vooral bekend vanwege zijn fenomenologie en wijsgerige antropologie. Hij werd de voortzetter van Edmund Husserl’s fenomenologisch filosofische methode. Nu is Max Scheler praktisch vergeten – je hoort niet veel meer over hem (en mist hem in het grote filosofie-lemma in wiki), maar volgens Heidegger waren alle filosofen van zijn tijd schatplichtig aan Scheler, die hij de krachtigste toenmalige filosoof vond. De nazi’s verboden zijn werk en het merendeel ervan is pas na de Tweede Wereldoorlog uitgegeven. Zijn enige eigen publicatie over filosofische antropologie is Die Stellung des Menschen im Kosmos, dat een paar weken voor zijn dood gereed kwam.