Manuel Joël werd geboren in Birnbaum in West Pruisen (tegenwoordig Miedzychód) waar zijn vader rabbijn was. Hij studeerde vanaf 1848 aan
de Universiteit van Berlijn klassieke filologie, filosofie en joodse religie,
o.a. bij Friedrich Adolf Trendelenburg [Cf blog en blog]. Trendelenburg schijnt hem op het spoor van Spinoza
te hebben gezet en op het bestuderen van de joodse filosofische tradities. Hij
kwam ook onder invloed van Leopold Zunz en vooral van Michael Sachs (op diens
begrafenis in 1864 hield hij een toespraak). In 1852 promoveerde hij in Halle tot
doctor in de filosofie. In 1854 werd hij docent aan het toen pas opgerichte Jüdisch-Theologische
Seminar in Breslau. In 1863 werd hij als rabbijn de opvolger van Abraham Geiger
in de joodse gemeente van Breslau. Anders dan de meer radikale Geiger stond hij
een meer gematigde ‘Reformbewegung im Judentum’ voor, waarbij hij, in respect
voor het verleden, wilde vasthouden aan het joods-orthodoxe karakter van de
joodse eredienst. Vanaf 1888 tot zijn dood gaf hij weer les aan het seminarium
van Breslau.