Toen ik dit feitje ontdekte werd ik nieuwsgierig naar wie
deze man was die ik nog niet eerder was tegengekomen en van wie ik dus nog niet eerder had gehoord. En het was fascinerend wat
ik via de biografie van hem te weten kwam over het moeizame joodse emancipatieproces
in het Duitsland van de 19e eeuw en hoe deze Philippson als een
soort woordvoerder van het religieus-progressieve jodendom een rol speelde in
de ontwikkeling van het politiek liberale joodse burgerschap. Hij zette zich in
voor de politieke gelijkschakeling en maatschappelijke integratie van de joden
in Duitsland. Daarin ging hij het debat met het uit het jodendom voortgekomen christendom
niet uit de weg – hij schreef veel over de joods-christelijke betrekkingen. Voor
zijn levensschets verwijs ik naar de.wikipedia,
maar vooral naar de inleiding van Andreas Brämer op een selectie van Philippson’s
werk [cf. beneden]. Ik vermeld hier alleen nog dat hij betrokken was bij de Hochschule
für die Wissenschaft des Judentums in Berlijn en bij het ontstaan van het
Institut zur Förderung der israelitischen Literatur dat hij samen met I. M.
Jost en A. Jellinek in 1854 oprichtte.