De familie zat aan tafel. Moeder, Roos, dochter van tien en Jantje, zoon van 4. Pappa is naar zijn werk.
Tijdens het lepelen van de soep vroeg Roos aan haar moeder
>Houdt u en pappa nog veel van elkaar ?
Moeder was stomverwonderd. Hoe komt zo’n kind in eens aan zo’n vraag?
> Ja, hoor !
> Hoe weet u dat dan ?
> Nou, gewoon. Als we s’ avonds in bed liggen en pappa neemt me in zijn armen en streelt me, dan voel ik me gelukkig. En ‘s morgens, als ik wakker word, dan aai ik pappa, kus ik hem op z’n wang en zeg ik >Je moet je straks wel eerst even scheren.< En dan ben ik weer gelukkig. En overdag, dan denk ik net weer zo aan hem en voel ik me gelukkig.<
> Maar hoe zeg je dan dat je erg veel van hem houdt ? Daar is toch geen grens aan?
> Oh, jawel hoor ! Je kunt het zelfs meten !
> Dat geloof ik niet !.
> Moet je opletten, dan zal ik het bewijzen. Stel, jij krijgt van oma iedere week een gulden. Je wilt dit zelf sparen en daarom krijg je van mij zo’n blikken chocolaatjes-doosje, dat je tussen je spulletjes in je kamer opbergt. Je bent er erg zuinig op. Maar op n dag kom je uit school en is het doosje weg. Er is een inbreker geweest. We gaan samen naar de politie om aangifte te doen. En na een paar weken komt er een rechercheur langs, die zegt, dat ze de dief gevonden hebben. Het is ene mijnheer Rukmans, die aan de Krommedijk woont. Hij heeft het geld echter al uitgegeven, dus kan het niet zo maar terug betalen. Maar hij heeft nog meer gedaan en moet daarvoor naar de gevangenis. En nou mag jij zeggen, hoe kwaad je op die mijnheer Rukmans bent. Zeg maar tussen tien en honderd. Jij kent die mijnheer dus niet.
> Ehh…. twintig, denk ik.
> Maar stel nou, dat die rechercheur zegt, dat het Frans is, een jongen uit de hoogste klas?
> Dan zou ik het een rot streek vinden en wordt het minstens vijf en twintig !
> Ga er nou eens van uit, dat die rechercheur zegt, dat het Peter is, een jongen uit jouw eigen klas.
>Dan zou ik woest zijn en wordt het minstens veertig !
> Maar nu komt die politieman en zegt, dat het de buurman is geweest !
> Wat een rot vent, dat zou ik zo gemeen vinden en wordt het minstens zestig!
> En wat zou je zeggen, wanneer die agent zegt, dat het je eigen vader geweest moet zijn. Die hem daarna verteld heeft, dat het was om tabak te kopen?
Nu begon Roos te huilen en zegt
>Dat wordt dan minstens negentig. Maar….. dat zou pappa toch niet doen ??
> Zo, en nu wil ik van je weten, waarom je iedere keer die dief een hogere straf hebt toegedacht ?
> Nou, natuurlijk, omdat ik de dief steeds beter ken. Dat die steeds dichter in mijn eigen leven meemaak. Dat ik er voor die tijd steeds meer van hield.
> Dus je ziet het nu zelf. Er is verschil in liefde. Omdat het vertrouwen groter is, wanneer je dichter bij die mensen staat. Maar dan weet je nu ook, dat je om te weten hoe groot je liefde is, er altijd iets, of iemand bij moet hebben om te vergelijken. Maar het is ook zo, dat liefde beïnvloed wordt door het gedrag en gevoelens van die andere persoon. Wanneer iemand niet van jou houdt, kan jij van die mens ook maar moeilijk houden.
Deze geschiedenis is echt gebeurd, maar meer dan zestig jaar geleden.