In H-France Forum [Volume
9, Issue 1 (Winter
2014), No. 5] geeft Jonathan Israel een uitgebreid [21 pagina's
tellend] antwoord of response essay, op vier critici in datzelfde nummer van zijn
Democratic Enlightenment: Philosophy, Revolution, and Human Rights
1750-1790 [211]:
"A Reply to Four Critics" [PDF]
Er komt zeer veel in aan de orde.
Israel mept goed onderbouwd terug. Met name komt uitgebreid aan de
orde dat veel van zijn critici van mening zijn dat hij overdrijft met
het zo centraal stellen van Spinoza ("protest that I create a
“false idol,” exaggerating the “role of Spinoza out of all
proportion.” p. 6) "Many clearly have a Spinoza problem,"
pareert Israel [p. 16]
Hij begint met zijn research en
aanpak [die hij later benoemde als de “controversialist method”]
te schetsen vanaf 1992-4 toen hij zijn Dutch Republic (1995)
voltooide en met uitgebreide documentatie over de Balthasar
Bekker-affaire geconfronteerd werd. Hij noemt Wim Klever, Wiep van
Bunge, Manfred Walther, Winfried Schröder, Michiel Wielema, Wijnand
Mijnhardt, en Henri Krop, van wier werk hij dankbaar gebruik maakte.
Hij haalt hen als getuigen ervan aan dat een fundamentele tweedeling
breed werd erkend tussen een radicale en gematigde Verlichting en dat
de eerste begon, "the early Enlightenment: from the 1650s, in
the Netherlands, a republican, irreligious and freethinking
philosophical underground developed, headed by Franciscus van den
Enden, Adriaen Koerbagh, Lodewijk Meyer, en Spinoza."