Van groot belang voor de geschiedenis van de Spinoza-receptie (of beter: Spinoza-bestrijding) is hij niet. Michiel Wielema noemt hem in het geheel niet en Jonathan Israel vermeldt alleen aan het eind van een interessant hoofdstuk in Radicale Verlichting over “De controverse over de ‘natuur van God’ (1710-1720)” over de affaire Jacob Wittich, dat Jacobus Leydekker met zijn De blyde Spinosist alarm sloeg over het oprukken van het spinozisme in de Nederlandse samenleving in het begin van de 18e eeuw (zoals ook Carolus Tuinman [blog] en Anthonius Driessen [blog] deden).
Uitgebreid aandacht aan wat deze Leydekker bekommerde geeft Rienk Vermij: “Jacob Leydekker, een bedroefde christenleraar over het spinozisme” in het – wat Spinoza betreft – enigszins teleurstellende boek van Ernestine van der Wall en Leo Wessels (Red.), Een veelzijdige verstandhouding. Religie en Verlichting in Nederland 1650 – 1850 [Vantilt, Nijmegen, 2007). [Voor een overzicht van de hoofdstukken zie hier]
Je zou van zo’n boek verwachten dat toch zeker Spinoza’s religiefilosofie, z’n bestrijding van superstitie (bijgeloof), z’n invloed op de latere Bijbelstudie, z’n kritiek op clerus en kerken, z'n voorstellen voor de relatie staat-kerken, uitvoerig zou worden behandeld. Niets daarvan! Hoe kan dit achterwege worden gelaten? Dan blijkt dat er geen centrale redactionele sturing plaatsvond, maar dat het een hobbyboek was (“geboren uit liefhebberij”), en dat de auteurs (van het in 1997 door Ernestine van der Wall gestichte Centrum voor de Studie van Religie en Verlichting) vrij gelaten werden in hun bij te dragen onderwerp. En daar was dus niemand bij die Spinoza als studiehobby had! Dus geen Spinoza in dit boek – zo simpel ligt het bij hobbywetenschap.
Ik begrijp er dan ook niets van dat Jonathan I. Israel in zijn recensie kon schrijven: “Although in general, Spinoza and Spinozism are given the central position in this volume which they undoubtedly should have, it is a pity that so important and controversial a ‘Spinozist’ within the Reformed Church as Frederik van Leenhof nowhere receives any mention.” [cf PDF] Spinoza zelf mistte hij dus niet, terwijl alleen af en toe zijn naam wordt genoemd, maar een hoofdstuk over hem ontbreekt. Ik denk dat Israel zich heeft laten vleien doordat er enige lippendienst aan zijn werk werd bedreven.