J.H. Carp (1893 – 1979) – eerste opstapje: over een schijntegenstelling

0
370

Twee boeken van dr. J.H. Carp die ik bezit, had ik tot voor kort merendeels ongelezen gelaten. De wetenschap dat spinozist Carp eind 30-iger jaren NSB’er werd, naaste juridisch adviseur van Mussert en een belangrijke functie voor de Duitsers in de oorlog vervulde, was een schrijnend en storend weten. Hoeveel fascisme/nazisme zou er in zijn Spinoza-uitleg vermengd zijn? Ik liet die boeken dus verder maar met rust.

Toen ik begin deze maand in de 16e jaargang van het Tijdschrift voor Wijsbegeert die op internet te vinden is, de lezing tegenkwam die Carp hield tijdens de vergadering in 1922 waarin werd gevierd dat de Vereniging Het Spinozahuis vijfentwintig jaar eerder was opgericht, heb ik die lezing na lezing tekstueel ‘geremasterd’ en als pdf op benedictusdespinoza.nl heruitgebracht. Je moet hier en daar door wat gezwollen tijdgebonden taalgebruik heenlezen, maar krijgt dan een boeiend verhaal over hoe Spinoza gelezen kan worden. Ik kom daar in een later blog  op terug.

Intussen hier alvast twee dingen erover: de Vereniging Het Spinozahuis hoeft zich achteraf niet te schamen of het feit weg te moffelen dat deze lezing door deze persoon in deze tijd werd gehouden. Voorts valt mij op dat in de twee artikelen (in 1998 en 1999)1 die Henri Krop over Carp schreef voor het tijdschrift Geschiedenis van de wijsbegeerte in Nederland, hij dit feit niet meldt. Misschien was het hem niet bekend? Deze lezing zal een van de eerste publicaties over Spinoza geweest zijn van Carp, die toen 29 jaar was en net het jaar ervoor gepromoveerd op Het Bolsjewisme.