Tien jaar geleden, in de dertiende jaargang (2004),
behandelde Filosofie Magazine een
“IJzeren Lijst” van de tien belangrijkste filosofische werken.
Welk boek zou iedereen moeten lezen? Om de wereld van
vandaag te begrijpen? Of ging het meer om de boeken met eeuwigheidswaarde? Filosofie Magazine vroeg aan alle
hoogleraren filosofie (alle 150 academische filosofen, schreef Trouw) een top-vijf samen te
stellen. FM kreeg 44 reacties. En via een puntentelling, waarbij de eerste
plaats werd gewaardeerd met 10 punten, de tweede plaats met 7, de derde met 5,
de vierde met 3 en de vijfde met 2, ontstond een ranglijst. De eersten op die lijst en dus
beschouwd als belangrijkste tien titels, vormden de IJzeren Lijst: de Top Tien uit de
geschiedenis van 25 eeuwen. [Cf.
– Cf. ook]
DE IJZEREN LIJST
1. Aristoteles – Ethica Nichomacheia
2. Immanuel Kant — Kritik der reinen Vernunft
3. Plato — Politeia
4. John Rawls — A Theory of Justice
5. René Descartes – Meditaties
6. Karl Popper – The Open Society and its Enemies
7. Plato — Symposion
8. Karl Marx Das Kapital
9. Hannah Arendt —The Human Condition
10. Benedict de Spinoza – Ethica
Inderdaad, zo stond het daar: Benedict de Spinoza – we laten ons flink beïnvloeden door de Angelsaksische landen. Tegenwoordig staat op de
website over die “IJzeren Lijst” Benedictus, maar toen stond in het blad echt
Benedict. Op die website lezen we voorts: “Benedictus de Spinoza is één van de
bekendste Nederlandse filosofen.” Hij was nog niet dé icoon van Nederland – al dan niet paradoxaal.