Graag wijs ik op de interessante bespreking door Michael Della Rocca die vandaag op de NDPR verscheen van het recente boek van Valtteri Viljanen, Spinoza's Geometry of Power [Cambridge University Press, 2011] dat ik in een blog van 12 mei 2012 signaleerde.
De reviewer vindt het een ‘sophisticated book’. Hij begint met het duidelijk neerzetten van het aloude probleem, dat ook al vaker op dit blog aan de orde is geweest, van de mate van “zelf iets zijn en zelf iets kunnen” van de modi die enkel bestaan als modificatie van God. In hoeverre beschikken “enkeldingen” (res singulares) over reële macht iets te veroorzaken? En hoe dat dan te verzoenen met het gegeven dat er in de natuur geen finaliteit bestaat – er geen doelen nagestreefd worden?
Ik ga niet die hele recensie samenvatten, wijs alleen op Della Rocca’s positieve zin: “this book gives the most detailed and insightful account of the way in which geometry guides Spinoza’s metaphysics,” maar vervolgens heeft hij zijn twijfels of en hoe het Viljanen dan zal lukken om vanuit de geometrie (die inderdaad geen doelen kent, maar – daar het om denkdingen gaat – ook niet over concrete realiteiten gaat) uit te komen bij reële dingen die over echte veroorzakingskracht in de werkelijkheid komen te beschikken.