Binnen een maand – op 15 november – zal weer de jaarlijkse Spinozadag worden gehouden in het Amsterdamse Paradiso. Ik ga er althans van uit dat die dag doorgaat, ook al is het programma nog niet bekend gemaakt.
Onlangs kwam ik een berichtje tegen dat op 27 november 1906 in het Utrechts Nieuwsblad had gestaan (steeds meer kranten zetten hun oude edities op internet), waaruit bleek dat al meer dan een eeuw geleden in datzelfde gebouw, nu Paradiso, toen "De Vrije Gemeente", Spinoza werd herdacht. Ik neem het berichtje hier over
Spinoza herdacht in "De Vrije Gemeente" te Amsterdam
Gisterenavond [26 november 1906, SV] hield prof. dr. P.H. Ritter van hier in "De Vrije Gemeente" te Amsterdam een rede tot herdenking van het feit dat 250 jaar geleden, 27 juli 1656, Spinoza uit zijn gemeente werd verbannen.
In zijn rede wees spr. er o.a. op, hoe in de 250 jaar van Spinoza de verdraagzaamheid veel vermeerderd is. Toch zijn er nog kringen, waar Spinoza geëxcommuniceerd zou worden, kringen waar men niet twijfelen mag. Maar Spinoza en zijn geestverwanten hebben het gewonnen en gaan voort het te winnen. Wij allen moeten meewerken, zoo besloot spr., om voor de vrijheid van den geest te strijden. Komt men aan de vrijheid van den geest, dan tornt men aan den adel van den mensch. En daarom is deze dag in dit opzicht een dag van vreugde, omdat wij kunnen zeggen: in dit opzicht ging de wereld althans niet achteruit.
Dit hebben wij van Spinoza te leeren: dat wij moeten leven in God, en dat wij vrije hartstochten moeten bedwingen, tot een nieuwe geboorte, iedere dag.
Toen het applaus geëindigd was bracht de heer P.H. Hugenholtz Jr. den spreker dank voor zijn bezielende voordracht. Het is om het zelfopofferende leven van Spinoza, niet om zijn stelsel, dat volgens den heer Hugenholtz zou dooden het verantwoordelijkheidsgevoel in den mensch, dat Spinoza's beeld onder de geschilderde ramen in "De Vrije Gemeente" te Amsterdam is opgenomen, en ook omdat hare leden als hij strijden voor de vrijheid.
Daarom dankte de heer Hugenholtz prof. Ritter nogmaals omdat hij op deze plaats over Spinoza had willen spreken."
Utrechts Nieuwsblad (27-11-1906), pag. 2 van 6 [van hier]