In vervolg op het vorige blog, "Heinrich Eberhard Gottlob Paulus (1761- 1851) Bezorger van de eerste "Opera Omnia" van Spinoza," hier een blog over de daarin opgenomen Spinoza-gravure.
Voor de tweede band van zijn Benedicti de Spinoza Opera quae supersunt omnia, die in 1803 zou verschijnen, deed Paulus flink wat moeite om aan een behoorlijke afbeelding van Spinoza te komen. Ook die inspanningen geven aan hoeveel deze theoloog ervoor over had om Spinoza goed voor de dag te laten komen.
Bij de bibliothecaris van de Herzog August Bibliotheek in Wolfenbüttel, de theoloog en vriend van Goethe en Lessing Ernst Theodor Langer (1743 – 1820), had Paulus een kopie weten te verkrijgen van het Spinoza-schilderij dat daar hing. Deze kopie staat nu bekend als het “Haagse Spinoza-portret”. Die naam kreeg het daar Johannes van Vloten het in 1877 aan de gemeente Den Haag schonk. Hijzelf had het verworven na een bezoek in 1846 aan de bejaarde theoloog H.E.G. Paulus die het hem daarna toezond, samen met nog enige portretprenten.