Hoe zou de zoon van David Gerson, Hartog of Hirsch Gerson (1730-1801) géén bewonderaar en volgeling van Spinoza hebben kunnen worden. Hij was een telg in een ware familie van artsen. Vader David had medicijnen in Utrecht gestudeerd en was in Nederland met de filosofie van Spinoza in aanraking gekomen, waar hij een vurig aanhanger van werd. Hij was in het bezit van de Tractatus theologico-politicus en de Ethica. Ook zoon Hartog studeerde in Holland en werd arts. De Gersons stonden goed bekend als artsen in Hamburg en Altona. Men sprak er van de “Stamm der Gersoniden”. Ook de eerste hoogleraar Huid- en Geslachtsziekten aan de universiteit van Hamburg, Paul Gerson Unna (1850-1929) behoorde tot deze artsenfamilie. Ook de zoon van Hartog Gerson, Georg Hartog Gerson (1788 -1844), werd arts in dienst van het Duitse leger dat tegen Napoleon vocht.
Altona een stad bij Hamburg die onder Deense jurisdictie stond daar het behoorde tot het Deense hertogdom Holstein, dat buiten de jurisdictie van het Heilige Roomse Keizerrijk viel, was na Copenhagen de tweede grote stad van het Deense Koninkrijk – midden 18e eeuw woonden er ca 20.000 bewoners. Sinds de vroege 17e eeuw had Altona een bijzondere naam als vrijhaven voor godsdienstige en intellectuele dissidenten – remonstranten, katholieken, joden, socianen e.d. Namen als Lau, Edelmann en ook Johann Lorenz Schmidt (1702-49) rondom wiens Wertheim Bijbel in 1735 een schandaal was ontstaan en die Halle had moeten verlaten. Om uit de armen van de keizer te blijven leefde hij vanaf 1737 onder de aangenomen naam Schröder of Schröter in Altona.