Harold Foster Hallett (1886 – 1966) idiosyncratisch Spinoza geleerde 2

0
398

Het
wordt tijd dat ik een vervolg breng op het eerste
blog
, nu met een poging iets over zijn Spinozisme samen te
vatten.

Hallett
is known primarily as a Spinoza scholar. He claimed that 'no
philosopher of repute has been worse served by his expositors and
commentators than Spinoza' (Benedict de Spinoza: The Elements of
his Philosophy,
p. vii), and he spent his career battling what he
saw as misinterpretations of the Dutch rationalist.” Aldus Robert
Piercey in zijn lemma over
Hallett 1) waarin hij ook schrijft
dat Hallett zijn boeken eerder zag als 'Spinozistic studies' dan als
louter toelichtingen. Hij verzette zich vooral tegen de 19e eeuwse
'idealistische', positivistische en fenomenologische uitleggingen.

Over
H. F. Hallett's Benedict de Spinoza; the elements of his
philosophy
[University of London, The Athlone Press, 1957]
schreef W.G. Van der Tak in het 60e jaarverslag van de VHS (1957-58):

Dit
is een bijzonder grondig en moeilijk boek, het tweede werk over
Spinoza van Hallett, die in 1930 zijn grote werk „Aeternitas; a
Spinozistic study" publiceerde en weldra nog een monografie over
Spinoza doet verschijnen. Het hier besproken werk is zeer aangenaam
van vorm en bevat een uitvoerig naam- en zakenregister, een opgave
van de bijna 200 aangehaalde plaatsen uit Spinoza's geschriften en
een door de auteur, die ook graveur en schilder is, gefantaseerd en
gegraveerd portret van Spinoza. De moeilijkheid van het bock is een
gevolg daarvan, dat men zich moet indenken in een zeer bijzondere
visie van Hallett op Spinoza zomede op een daarmede verband houdende
wijze van behandeling en speciale terminologie. Deze visie is die van
een beschouwing van Spinoza's leer als dynamisch; de methode van
behandeling beoogt zoveel mogelijk alles te zien en te doen begrijpen
van uit een door het gehele werk vastgehouden betrekking op wat
Spinoza God noemt, dus a.h.w. van boven af. Daartoe worden termen
gebezigd, die men in verband met het Spinozisme ongewoon moet noemen,
maar die een voor het doel van Hallett duidelijke betekenis hebben.
Hij polemiseert niet veel; eenmaal worden telkens met name genoemd
Barker, Martineau, Taylor, Pollock en Kaufmann; meermalen spreekt hij
over Joachim; het boek van Stuart Hampshire [..] wordt genegeerd.
Zonder namen te noemen spreekt Hallett een algemeen afkeurend oordeel
uit over veel interpretatoren, die hij in hun visie geremd acht
wegens hun „truncated empirism", waarmede hij het positivisme
schijnt te bedoelen.” [Cf.]