“Spinoza was Berkeley's archetypal enemy,” net als Hobbes
trouwens, zoals je kunt horen zeggen in de boeiende BBC Radio 4-uitzending van
20 maart 2014 over Bishop Berkeley [cf.]. Je
kunt op internet veel toelichtende teksten over hem vinden, maar dit gesprek met een
aantal kenners van zijn werk, is wat mij betreft een aanrader.
Ook in Jonathan Israel’s Verlichting
onder vuur [Enlightenment Contested]
vind je vooral meermalen de Spinoza-vijandigheid van Berkeley verwoord, b.v.
dat hij in 1732 in zijn Alciphron
Spinosa (sic) als “de grote leider van onze moderne ongelovigen” omschreef (p.
78); en op meerdere pagina’s haalt Israel naar voren dat Berkeley Collins,
Tolland e.a. ‘deïsten’ als atheïsten en spinozisten bestempelde.
Maar de laatste tijd begint er aandacht te komen voor
datgene waarin Berkeley met Spinoza overeenkomt en groeit het inzicht, zo lijkt het, dat hij mogelijk dingen uit de Opera Posthuma (die hij citeert) heeft
geleerd en wellicht overgenomen. Zo vergaand dat zoals hieronder zal blijken, een stuk de titel kon meekrijgen: "Was Berkeley a Spinozist?"
Zo ontdekte ik onlangs een zeer boeiend artikel waarin Stephen
H. Daniel afziet van wat Berkeley uitdrukkelijk over Spinoza zégt, want dat is
altijd negatief, maar passages naar voren haalt waaruit grote gelijkdenkendheid
met Spinoza blijkt. Hij laat dat zien mede vanuit hoe Bergson en Peirce Spinoza
en Berkeley lazen. Dat maakt het artikel niet eenvoudig, maar wel extra rijk:
• Stephen H. Daniel, “ Berkeley and Spinoza ” in: Revue philosophique de la France et de
l’étranger 2010/1 (Volume 135) , p. 123-134 [cf. hier de vrijgegeven tekst; cf. de printversie]