Frans Hemsterhuis (1721-1790) zag ‘Système de Spinosa’ als een soort theïsme

0
439

François Hemsterhuis. Litho door J.J.A. Last. UB A'damZoals Spinoza onweersproken de grootste Nederlandse filosoof ooit is, was François Hemsterhuis dat van de 18e eeuw. Hemsterhuis erkende Spinoza als grootmeester, maar van hemzelf hoor je nu niet zoveel meer (dan de Hemsterhuisstraat in Amsterdam). Jan en Annie Romein-Verschoor schrijven in de Erflaters van onze beschaving dat de geschiedschrijving niet kan verklaren "waarom op een Spinoza een Hemsterhuis moest volgen."

Je hoort nauwelijks nog dat Hemsterhuis in de Duitse Spinozismestrijd, tegen wil en dank overigens, een flinke rol heeft gespeeld. En Herder had zijn Lettre sur les désirs (1770) al in 1771 in het Duits vertaald. Er was belangstelling voor zijn werk – bij Herder, Mendelssohn, Jacobi en anderen. 

Frans Hemsterhuis groeide op in Franeker en verhuisde in 1740 naar Leiden, waar zijn vader hoogleraar Grieks werd. Pas op 24 juni 1747 schreef hij zich als student wiskunde in. Hij raakte bevriend en bleef dat z’n hele leven met Petrus Camper (1722-1789) – zij deelden hun belangstelling voor wis- en natuurkunde. Bij David Ruhnken deed hij zijn liefde op voor Socrates en Plato. (Hij werd wel de ‘Bataafse Socrates’ genoemd). Na enige activiteiten in Frankrijk en Duitsland werd hij in 1755 secretaris van de Raad van State, wat hij tot zijn pensionering in 1780 bleef.

Van 1769 tot 1772 schreef hij, drie filosofische brieven en van 1778 tot 1787 vier platoonse dialogen, alle opgedragen aan zijn vriendin prinses Amalia von Gallitzin (1748-1806), de vrouw van de Russische gezant aan het stadhouderlijke hof in Den Haag (van wie ze in 1776 scheidde). Hemsterhuis was diepe vriendschap voor haar gaan voelen. En toen zij naar Münster vertrok, bleef hij met haar corresponderen en haar af en toe opzoeken. Hij noemde haar Diotima (naar Socrates' leermeesteres in Plato’s Symposium), zij hem Socrates.